Een gedicht in het Tamazight / ta-rif-it(Berbers). Ergens begin jaren 90 van de 20ste eeuw geschreven (mijn middelbare schooltijd).
Ira ttoegh thfekkamai (ik vergat, jullie herinnerden mij)
Ira oeisagh thesroemai (ik was ijskoud geworden, jullie lieten mijn tranen weer stromen)
Thoesiemd thennamai (jullie kwamen en vertelden)
Thetroe tseqsa ghai (zij huilt en zit vol questions naar je)
Yeshiet wemnoes, thoeher thraja ghai (de zorgen vreten aan haar, moe van het wachten)
Ma djethwar anewthoe (komt hij retour deze zomer?)
Ma yesma3 thai (of heeft hij mij definitief verlaten?)
Inithas gsa chem zoegh (zeg haar, ik wil je zoenen)
Amrefouah nerghasoer (fleurige vrouw)
Zi thejeinath eth jiri thoe qansoer (op je voorhoofd, nek en wangen)
Emdessasagh, aminigh eggejghoer (ik wil je bellen en per telefoon vertellen)
Am dariegh thi thewrat (je bij brief schrijven)
Amdessakkagh azjen ino zeg-oer (je mijn helft van het hart opsturen)
macha sen, when ira jjiegh, waqqiemagh thwennie (maar besef, degene die ik was, ik ben veranderd)
chem ira tegsegh, bedragh chem si chten enneghni (jij om wie ik gaf, heb ik vervangen door een ander)